Neem contact op met de gemeente. Je kan ze gewoon aanspreken op hun gedrag. Als je liever iemand anders hierover spreekt, kan je terecht bij de Utrechtse Ombudsman. Ook kan je een klacht indienen

De regels die gelden hangen af van wat voor aanvraag je doet. De gemeente is verantwoordelijk dat jij snapt wat jouw rechten zijn. Daarom mag je ze altijd bellen voor meer uitleg. Kom je er niet uit? Dan kan je hulp vragen aan bijvoorbeeld het buurtteam, of de onafhankelijke cliëntondersteuning

Zie ook: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/bijstand/vraag-en-antwoord/wat-zijn-mijn-rechten-en-plichten-in-de-bijstand 

deze regels zijn soms complex, vaak ook persoonsgebonden en worden bovendien van tijd tot tijd aangepast. Per 1 januari 2025 gaan deze regels weer veranderen. De regels die nu gelden, vind je hier

De gemeente biedt iedereen in de bijstand een ‘rondkomgesprek’ aan. Dan kijkt je klantmanager (contactpersoon van de gemeente) met je mee welke hulp er wel is, maar waar jij nu nog geen gebruik van maakt. Als je hulp nodig hebt die door iemand anders geregeld wordt, helpen zij je daar contact mee leggen. Wil je niet met de gemeente hierover praten? Dan kan je terecht bij het buurtteam.

Er vallen veel mensen onder de Participatiewet, die allemaal een andere situatie hebben. Je kan bijvoorbeeld een klacht hebben over de gemeente en de bijstand. Dan kan je hier terecht. Komt jouw uitkering van het UWV? Dan kan je hier terecht. Kom je er niet uit met de instantie die jou zou moeten helpen? Dan kan je altijd nog terecht bij de Utrechtse Ombudsman of zelfs de Nationale Ombudsman

In de brief van de gemeente staat een datum waarop de brief verstuurd is. Vanaf die datum heb je 6 weken de tijd om in bezwaar te gaan. Dan moet jouw reactie dus bij de gemeente binnen zijn. Wat je het beste eerst kan proberen is bellen met de gemeente. In de brief staat het telefoonnummer van de afdeling die de beslissing heeft genomen. De gemeente kan dan beter uitleggen waarom ze dit besluit hebben genomen. Wil je daarna toch in bezwaar gaan: 

  • In jouw bezwaar moeten jouw voor- en achternaam, telefoonnummer waarop je te bereiken bent, de datum dat je jouw brief opstuurt, je handtekening, én de reden dat je het niet eens bent met de gemeente. Dit bezwaar moet in het Nederlands worden ingeleverd. 
  • De reden dat je in bezwaar wil gaan, moet je goed onderbouwen. Weet je niet hoe dat moet? Dan kan je hulp vragen aan de gemeente, het buurtteam, het Juridisch Loket of de Sociaal Raadslieden

De volgende stap is dan: de afdeling Bezwaren neemt contact met je op en probeert dit samen op te lossen. Als dat niet lukt, krijg je binnen 12 weken een bericht over je bezwaar. 

Als je bezwaar is afgewezen kan je nog in beroep gaan. Dit betekent dat je de rechtbank vraagt om te controleren of de gemeente de regels wel goed heeft gevolgd. Hiervoor wil je het liefst hulp inschakelen die weet hoe juridische zaken gaan. Als je een laag inkomen hebt, kan je daarvoor terecht bij het Juridisch Loket of de Sociaal Raadslieden

Wacht hier niet te lang mee, je hebt namelijk 6 weken om in beroep te gaan. Dan moet je beroep ingediend zijn. 

Weet je niet zeker of je een klacht moet indienen of een bezwaar moet indienen? Het verschil is dat je overal altijd een klacht over kan indienen. En bij een bezwaar gaat het altijd over een beslissing. Daar krijg je een brief over van de gemeente, met in de hoek rechts boven een briefkenmerk. Als je bezwaar wil maken, moet je altijd dat briefkenmerk doorgeven. Heb je geen briefkenmerk? Dan is het simpel: je wil een klacht indienen. 

Veel mensen die in de bijstand zitten, kunnen maar een beperkt aantal uren werken. Omdat ze ziek zijn, of omdat ze voor iemand zorgen die veel tijd en aandacht nodig heeft. Als je in de bijstand zit, kan je soms niet genoeg verdienen om uit de bijstand te komen omdat je minder kan werken. Dan verdien je wel je eigen geld, maar vult de gemeente je inkomen aan. Zo krijg je alsnog genoeg geld om rond te komen. 
Als je gaat werken, krijg je over je salaris loonheffingskorting. Dan betaal je daar minder belasting over. Maar let op! De gemeente vraagt deze korting ook aan voor jouw uitkering. En jij als persoon kan maar één keer die korting krijgen. Het slimste om te doen is die korting aanvragen bij wie jij het meeste geld krijgt. Dus als je € 300 verdient per maand, wil je die korting via de gemeente laten lopen. Maar als je € 1000 verdient elke maand, dan wil je dat via je baas laten lopen. Je klantmanager van de gemeente kan je hiermee helpen. Je kan bij je baas zelf aangeven dat je geen loonheffingskorting wil. De boekhouder van jouw baas zorgt er dan voor dat alles goed komt.

Omdat de gemeente je inkomen aanvult, moet je goed bijhouden hoeveel de gemeente nog gaat verrekenen. Het is verstandig om dit bij te houden, zodat je het geld dat nog verrekend gaat worden niet per ongeluk uitgeeft. Zolang de gemeente jouw inkomsten aanvult, leef je van het sociaal minimum. Dat betekent dat je de U pas blijft ontvangen. Je toeslagen veranderen niet. Je totale inkomen verandert namelijk niet. Dus als je wel bericht krijgt van de Belastingdienst, moet je direct naar Team Beheer bellen. Zij kunnen helpen kijken waar het mis is gegaan.

Als je moet reizen voor je werk, kan je baas daar reiskosten voor betalen. Dit is een onkostenvergoeding, want jij kan niet werken en geld verdienen zonder te reizen. Daarom mag de gemeente dit bedrag niet verrekenen met je inkomsten. Anders zou je minder geld hebben elke maand omdat je werkt. Controleer voor de zekerheid of de gemeente dit goed verwerkt.

Stoppen met werken
Overleg eerst met de gemeente als je je baan wilt opzeggen. Misschien werk je meer uren dan je aankan en wil de gemeente weten hoeveel je dan wel kan werken. Of stel dat je een betere baan kan vinden, maar pas over twee maanden daar begint: dan mag je niet alvast stoppen. Je klantmanager is degene die jou kan helpen een goede beslissing te maken. Je mag vaak niet zomaar stoppen, dus overleg op tijd met de gemeente over wat in jouw situatie mogelijk is.

Een verrekening van je inkomsten gebeurt wanneer je werkt en in de bijstand zit. Als je niet meer verdient dan de hoogte van je bijstand, wil de gemeente weten hoeveel je elke maand verdient. Wat je dan tekortkomt, vult de gemeente aan. Bijvoorbeeld:
De hoogte van de uitkering bedraagt     1200 euro
Je verdient iedere maand                        500 euro
                                                           —————
Uitbetaling bijstand                                 700 euro

Die verrekeningen komen later pas. Houd dus goed bij hoeveel de gemeente nog gaat verrekenen! Dan heb je niet per ongeluk dat geld al uitgegeven.

Vast bedrag verrekenen
Om dit te voorkomen kan de gemeente soms een vast bedrag verrekenen. Als je bijvoorbeeld een vast inkomen hebt elke maand, kan de gemeente voorstellen om elke maand 300 euro te verrekenen. Dat scheelt jou weer kopzorgen. Maar kijk wel uit! Als je vakantie hebt of je werkplaats dicht is, werk jij dus minder uren. Dat wil je op tijd doorgeven aan de gemeente. Anders verrekenen zij die 300 euro, terwijl jij maar €100 verdiend hebt die maand.

Vakantiegeld
De gemeente houdt over jouw bijstandsuitkering vakantiegeld in. Dit kan je terugvinden op je uitkeringsspecificatie – die brief die je elke maand krijgt. Daar zie je hoeveel vakantiegeld ze inhouden en hoeveel je al hebt opgespaard. Elk jaar in mei krijg je dit geld uitgekeerd.
Werk je voor een baas, dan houdt die ook vakantiegeld in. Maar dat is 8%, terwijl de gemeente 5% inhoudt. Dus die 3% extra vakantiegeld van jouw baas wordt ook weer verrekend met je bijstandsuitkering.
Als jij een deel van je inkomsten verdient met een eigen bedrijf, wordt daar geen vakantiegeld over ingehouden. Dus als jij de helft van je inkomen zelf verdient, wordt daar geen vakantiegeld over ingehouden. Daarom is jouw vakantiegeld wat lager dan als je geen eigen bedrijf zou hebben.
Wanneer alles nagerekend is klopt het perfect, maar het zijn heel ingewikkelde sommen. Dus als je er niet uit komt, of als je vragen hebt, bel dan naar Team Beheer.

Mijn werk betaalt me elke vier weken
Dit kan een groot probleem worden. De gemeente verrekent namelijk alles per 30 of 31 dagen (28 in februari). Dus verrekenen ze twee of drie dagen meer elke maand, rond de 24e. Dan zijn er 12 momenten elk jaar waarop ze verrekenen. Maar jij krijgt 13 betalingen per jaar. Dus elke maand wordt er net iets te weinig verrekend door de gemeente, totdat jij die 13e betaling krijgt.
Wat je kan doen is elke keer dat jij betaald wordt, een klein bedrag opzijzetten, bijvoorbeeld op een spaarrekening. Dan geef je dat geld niet per ongeluk uit. Je klantmanager van de gemeente kan je helpen berekenen hoeveel je elke keer opzij kan zetten.

Ik snap er niks meer van
Dan is het de taak van de gemeente om het jou uit te leggen. Je kunt ze bellen op 14030 (typ die vijf cijfers in en druk op ‘bellen’). Vraag naar Team Beheer van de afdeling Werk en Inkomen. Zij doen alle verrekeningen.

Slimme vragen om te stellen
“Kan je dat nog een keer herhalen?” – Je mag vragen of ze het wat langzamer uitleggen. Als je hun uitleg niet snapt, vraag dan door. Je kunt ook meeschrijven, dan kan je het later nog een keertje teruglezen.

“Ik begrijp het nog steeds niet.” – Het is de taak van de gemeente om ervoor te zorgen dat jij het wel snapt. Dus als je het niet begrijpt, ben je niet dom. Dan moet je samen kijken hoe het dan wel uitgelegd moet worden.

“Kan ik een overzicht krijgen van al die verrekeningen?” – De gemeente heeft handige overzichtjes van jouw verrekeningen zodat je alles bij elkaar ziet. Dan kan je ook beter volgen waar het gesprek over gaat. Die sturen ze per post op. Als jullie er niet uitkomen kan je altijd zeggen dat je terugbelt zodra je dat overzicht hebt.

“Kunnen we een afspraak maken?” – Soms begrijp je elkaar via de telefoon gewoon niet zo goed. Dan helpt het om samen naar hetzelfde papiertje te kijken.